The Jacobites & het gevecht om de troon – Deel 2 (1702-1724)

Datum: 2019-08-08 10:54:01
3
0
  

Al bijna dertig jaar was er onrust in Engeland en Schotland. In het vorige deel zagen we hoe de rechtmatige koning van zowel Engeland en Schotland, James II, zich in 1676 bekeerde tot het katholieke geloof. Het protestante volk kwam in opstand en vond in William III een nieuwe rechtmatige koning. Maar de steun voor James II en zijn zoon James Edward Stuart zette onverminderd door. Deze mensen verenigden zich als de Jacobites, een leger voor koning James.

De legers van James II en William III hadden elkaar in Killiecrankie al een keer getroffen, waar de winst in eerste instantie naar de Jacobites leek te gaan, maar uiteindelijk toch bij het leger van koning William kwam te liggen. Na een onfortuinlijk ongeluk met een molshoop, werd William III opgevolgd door Koningin Anne (dochter van James II) en vervolgens door Koning George (de neef van James II). De Schotten werden echter niet meegenomen in deze beslissingen en voelden zich aan de kant gezet door de Engelsen. En weer groeide de aanhang van de Jacobites.

In dit tweede deel van The Jacobites & het gevecht om de troon kijken we naar de periode van 1702 tot 1724. Een periode waarin veel nieuwe allianties worden gevormd tussen Schotse clans, edellieden en politici overstappen van Koning George I naar James II, en de Jacobites steeds weer de kracht weten te vinden om opnieuw in opstand te komen.


George I – Koning van Engeland en Schotland

Nieuwe allianties op het strijdveld

Langzaam voelen we de spanning stijgen, die uiteindelijk tot een hoogtepunt zal komen tijdens de Battle of Culloden. En deze spanning is niet alleen te voelen onder de katholieke bevolking. Ook in het parlement zelf heerste onrust onder het nieuwe regime van Koning George I. Onder hen was John Erskine, de graaf van Mar. Hij had als politicus hard gewerkt om een overeenkomst tussen Schotland en Engeland vast te stellen. In 1707 werd de Act of Union opgesteld, waarin het Schotse en Engelse parlement vredevol werden samengevoegd. Dit werd Erskine echter niet in dank afgenomen. Hij werd door Koning George niet alleen ontslagen, maar ook nog eens in elkaar geslagen op een feestje.

In september 1715 hees Erskine de Schotse vlag op zijn eigen landgoed. De vlag was met liefde gemaakt door zijn tweede vrouw, met wie hij het jaar daarvoor was getrouwd. Met 600 enthousiaste Jacobite aanhangers om hem heen, gaf Erskine een indrukwekkende speech over zijn nieuwe loyaliteit aan James Edward Stuart. Erskine kreeg de steun van de Schotse adel en veel van de Schotse clans. In totaal wist hij binnen slechts een paar maanden een leger samen te stellen van 7000 mannen dat geleid werd door George Keith, James Drummond, John Campbell en Archibald Campbell (allen vooraanstaand politici).



John Erskine (graaf van Mar) en James Drummond (hertog van Perth)

13 november 1715, het was een ijskoude dag. De bevroren heide had zoveel heuvels en dalen dat de legers elkaar maar moeilijk wisten te vinden en het voor de commandanten erg lastig was om overzicht te houden. En hoewel verschillende clans eigenlijk een hekel aan elkaar hadden, moesten ze nu samenwerken om de vijand te verslaan. De meest gehate clan was Clan Campbell, voornamelijk omdat zij het sterkst en met 5000 man ruimschoots het grootst waren. Aan hun rechter kant vochten Clan MacLeans en Clan MacDonald, beiden gezworen vijanden van Clan Campbell. Gezamenlijk renden ze in op de troepen van Koning George II om wraak te nemen op de eerdere slachting van Clan MacDonald in Glencoe.

De strijd barstte los en met name de linker helft van het leger van de Koning moest zich steeds verder terugtrekken. De Jacobite infanterie aan de rechterkant van het strijdtoneel was zeer succesvol en onder het commando van John Erskine wisten ze het leger van George I helemaal terug te dringen tot de stad Dunblane. In het midden stond James Drummond ondertussen met zijn leger te wachten op verdere instructies, die helaas nooit meer kwamen. De linkerkant had echter geen bescherming van de cavalerie en werd door Koning George teruggeduwd naar de rivier. Het werd al snel donker en de overlevenden trokken zich terug naar hun eigen kampen. Beide kanten kenden hun winst en verlies.

De volgende ochtend keerde het leger van George I terug naar het strijdveld, in de verwachting opnieuw de felle Jacobites te moeten treffen. Maar tot hun verbazing stond er niemand op hen te wachten. John Erskine had besloten niet meer te willen vechten en zich terug te trekken uit de strijd.


The Battle of Sheriffmuir

De opstand van 1719 en een veelbelovend huwelijk

Met opnieuw een mislukte opstand leek de rust in eerste instantie een beetje terug te komen. Steeds verloren de Jacobites hun leider, waarna de troepen zich huiswaarts keerden. In 1717 stelde Koning George I de Act of Grace op, waarmee hij alle Jacobites een pardon aanbood. Dat aanbod gold echter niet voor Erskine, die zijn titel en al zijn bezit kwijtraakte.

De zaak van de Jacobites was echter nog niet helemaal verloren. Spanje en Zweden waren er allebei op gebrand om Engeland aan zijn ondergang te helpen. Kardinaal Alberoni, een Spaanse minister, startte een samenwerking met de Ierse graaf van Ormonde (die ook een Jacobite was geworden nadat Koning George I de troon besteeg). De koning van Spanje beloofde schepen en 5000 manschappen te verzorgen en ook de koning van Zweden beloofde geld en wapens te sturen. Samen zouden ze Engeland binnenvallen vanuit Schotland. Maar een storm zorgde er helaas voor dat deze schepen nooit het Schotse vaste land bereikten. 250 Spanjaarden wisten zich uiteindelijk aan te sluiten bij de 1000 Highlanders, maar dat was niet genoeg. Het wapendepot van de Jacobites werd opgeblazen door een schip van de overheid en de manschappen vluchtten weg voor het leger van Koning George I. Dat was het einde van de opstand in 1719.

Om dit soort situaties in de toekomst te vermijden, besloot de regering een verbod op wapens in te voeren. Dit is iets wat we ook in Outlander zien terug komen. De clans gaven hun wapens op en kregen daarvoor een compensatie van de overheid. In 1724 werd door Generaal George Wade de balans opgemaakt. Hij schatte dat er ongeveer 22.000 mannen in staat waren om te vechten. 10.000 daarvan steunden de overheid en de andere 12.000 waren Jacobites.


Het huwelijk van James Edward Stuart met Maria Clementina Sobieska

Ondertussen had James Edward Stuart de leeftijd van 31 bereikt, een leeftijd waarop het belangrijk was dat hij zou trouwen en een erfgenaam produceren. Zijn adviseurs kozen Maria Clementina Sobieska, een Poolse prinses. Ze was nog slechts 16 en heel erg mooi, de Paus was haar peetvader, nam veel geld en juwelen mee en wilde niets liever dan koningin worden. Het huwelijk vond plaats op 1 september 1719 en op 31 december 1720 beviel Maria van een zoon, Charles Edward Stuart. Onze eigen Bonnie Prince Charlie.

Reacties

3
0